Terry's tips na een half jaar bij Art-up

Terry is inmiddels een vast gezicht bij de trainingen en workshops van Art-up. Met zijn aanstekelijk enthousiasme en goed doordachte sessies, is het een plezier om hem als trainer te hebben. Na iets meer dan een half jaar reflecteert Terry op zijn rol als trainer en de ervaring die hij in deze periode op deed met het werken met cultureel en creatief ondernemers. Terry deelt drie tips waar elke ondernemer iets aan heeft!

Tip 1: Besef dat je het niet weet en dat je anderen nodig hebt

“Een van mijn voornaamste redenen om bij Art-up te gaan werken is de mogelijkheid om veel verschillende, creatieve en inspirerende mensen te ontmoeten. Ik heb het altijd al heerlijk gevonden om voor een groep te staan en een groep in beweging te krijgen. Niet voor niets werkte ik eerder als ontwerpdocent op de TU Delft en volg ik nu, naast mijn werk bij Art-up, de opleiding tot theaterdocent en regisseur aan de Toneelacademie Maastricht. 

In het afgelopen half jaar bij Art-up ben ik me steeds meer gaan beseffen dat het in mijn werk niet gaat om wat ik kan toevoegen of wat ik kom brengen, maar om het centraal zetten van de deelnemers van onze programma’s. De echte magie ontstaat in de interactie tussen hen en mij. Het is hetzelfde als ik een theaterstuk regisseer: ik heb een beeld van hoe een scène moet zijn, maar ik moet ook ruimte overlaten voor wat er op de vloer ontstaat. Ik kan het niet alleen en heb de spelers nodig om iets te kunnen bereiken. 

Hetzelfde geldt voor de projecten die ik vanuit Art-up begeleid. Hoe meer aandacht de deelnemer heeft voor de gebruiker, hoe meer iemand open staat voor input van anderen, hoe meer ontwikkeling er plaatsvindt in het project en des te beter het eindresultaat. Die ruimte ontstaat alleen als je openstaat voor de gedachte dat je  niet alles weet en het besef dat je anderen nodig hebt om je idee door te ontwikkelen. De energie die deelnemers krijgen van een goed gesprek met een gebruiker,  of het moment dat ze een inzicht krijgen door een probleem te bespreken met een andere deelnemer,  zijn voor mij  de leukste momenten uit een sessie.”

Tip 2: Maak 9 slechte om tot 1 goede te komen

“Bij het voorbereiden van een sessie begin ik al heel snel met de vormgeving ervan. Ik maak gelijk een draaiboek of een opzet voor de slides die ik wil gebruiken. Door al heel vroeg in het proces iets te ‘maken’ is het veel makkelijker om daarop te reflecteren en feedback te krijgen van mijn collega’s. Idealiter maak ik altijd minstens 3 versies van een sessie. Dat betekent dat de eerste dus zeker nog niet perfect hoeft te zijn. 

Ik heb zelf ooit geleerd dat om 1 goed idee te bedenken, je eerst 9 slechte ideeën moet bedenken. Je komt er pas achter of een idee goed of slecht is door het uit te proberen. Dit zie ik ook terug bij de deelnemers van onze programma’s. Er zitten deelnemers tussen die heel lang nadenken en alles  eerst perfect uit willen denken. Maar de deelnemers die snel aan de slag gaan en die met ‘onaffe’ dingen naar buiten durven te treden, hebben veel sneller  informatie en inspiratie voor het project verzameld. Dit sluit ook aan bij de iteratieve manier van werken die we vanuit Art-up proberen onze deelnemers aan te leren. Ik zou dus vooral willen zeggen: probeer niet alles van tevoren helemaal uit te denken, ga aan de slag,kijk wat er op je pad komt en laat je verrassen.”

Tip 3: Gebruik speelsheid en humor

“Steeds meer ontdek ik ook hoe belangrijk speelsheid  en humor zijn in mijn werk. Zelf gebruik ik dat al veel langer om mezelf uit te dagen, om op nieuwe ideeën te komen en energie te bewaren in een project. Zo ben ik een keer gaan schetsen in het Stedelijk Museum in Amsterdam toen ik een decor moest ontwerpen. En toen ik nog ontwerpdocent was, zette ik voor mijn studenten verschillende soorten muziek op terwijl ze ideeën moesten bedenken. 

De sessies die ik ontwerp en uitvoer bij Art-up gaan vaak over onderwerpen die te maken hebben met innovatie en ondernemerschap. Innovatie gaat over het succesvol implementeren van een nieuw idee. Hiervoor is creativiteit en lef nodig. Als je speelsheid en humor meer de ruimte geeft, kom je vanzelf op nieuwe ideeën of durf je andere dingen uit te proberen. Ik zie soms bij deelnemers dat ze zo diep in hun project zitten en al zo lang met het onderwerp bezig zijn dat ze vast zitten of te veel beren op de weg zien. Door een speelse werkvorm in te zetten, probeer ik de deelnemers los te krijgen en nieuwe inzichten te brengen. 

Dit hoeft niet altijd groot of baanbrekend te zijn, je kan ook bijvoorbeeld eens op een andere plek gaan werken, een keer een hele dag proberen niet je computer te gebruiken, een vergadering wandelend doen of geen woorden te gebruiken maar alleen maar tekeningetjes. Vaak levert het iets op wat je van tevoren niet had kunnen bedenken.”